Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die voerden Uria uit Egypte, en brachten hem tot den koning Jojakim, en hij [31]sloeg hem met het zwaard, en hij wierp zijn dood lichaam in de [32]graven van de kinderen des volks. 31. Dat is, deed hem slaan; dat is, ombrengen, en zijn lichaam werpen, enz. 32. Dat is, in een van de graven van het gemene volk; [zie Richt.12:7]; zonder hem [gelijk een profeet des HEEREN wel waardig was] enige gewone uiterlijke eer te bewijzen.